De parochianen van Laren hadden voor en na de reformatie al meerdere parochiekerken gebouwd. Eerst op het Sint Jans kerkhof, daarna tweemaal in de het dorp en tweemaal aan het Zevenend. In 1760 werd de schuilkerk gebouwd op ongeveer dezelfde plaats waar later de kerk van De Goede Herder is verrezen. In de straatnamen Oude Kerkweg en Doodweg leeft de herinnering aan de schuilkerk nog voort. Over diezelfde Doodweg hebben de parochianen van de Goede Herder ook weer hun doden naar het Sint Janskerkhof gebracht.
De kerk lag dus in een voor haar wel zeer historische omgeving. De naam De Goede Herder is ook zeer treffend voor de Larense traditie. Deze kerk is gebouwd op de fundamenten van de laatste Larense schaapstal.
Op 4 september 1953 kreeg Pastoor G.J. Platvoet de opdracht om een nieuwe kerk te bouwen in Laren op de plaats waar de schaapskooi en de oude woning van de gebroeders Toon en Lammert Herder stonden. Op 23 november 1953 heeft het Aartsbisdom zijn goedkeuring gegeven dat de nieuwe R.K. Parochie de naam zal dragen van Parochie van De Goede Herder. De kerk van De Goede Herder zal verrijzen aan het Zevenend.
Bouwpastoor Platvoet heeft in april 1954 aan Prof. Granpré Molière opdracht gegeven voor een ontwerp voor de nieuwe kerk voor de Parochie van de Goede Herder. In november 1955 zijn de heren F. Brenninkmeyer, M.A. Meulenkamp, C.J. Pieper en C.J.N. v.d. Werf tot kerkmeesters van de R.K. kerk van “De Goede Herder” benoemd.
Geldelijke middelen
Op 30 januari 1956 heeft het Bisdom Utrecht het Kerkbestuur van St. Jan toegestaan in totaal fl. 220.000,-- te schenken ten behoeve van de bouw van de nieuwe kerk. De kosten van de bouw van de kerk, zonder die van de grond, de verwarmings- en elektrische installatie en inventaris zullen fl. 309.000,-- bedragen. In maart 1956 heeft het R.K. Kerkbestuur van “De Goede Herder” een verzoek ingediend om toekenning van fl. 50.000,-- subsidie in de kosten van de reeds in aanbouw zijnde R.K. Kerk aan het Zevenend. Zonder enige discussie – hetgeen ook niet te verwachten was na het principebesluit dat begin februari werd genomen – besloot de raad aan het kerkbestuur van de parochie van de Goede Herder de fl. 50.000,-- subsidie te verlenen in de bouwkosten van de nieuwe R.K. Kerk aan het Zevenend. De heer C.J. Pieper bracht namens pastoor Platvoet en het kerkbestuur dank voor de royale medewerking
De eerste steenlegging
Op 26 december 1955 vond de eerste steenlegging plaats voor de nieuwe R.K. kerk aan het Zevenend. Even werd er nog getwijfeld of het wel door zou kunnen gaan vanwege de regen. De beslissing om de plechtigheid door te laten gaan werd genomen omdat zowel de zilveren troffel, de gedenksteen als de oorkonde, welke ingemetseld zouden worden, de datum van 26 december droegen.
Waren het ’s morgens plensbuien, naar gelang de klok meer het middaguur benaderde, nam de regen in hevigheid af, om 13.00 uur was het zelfs een ogenblikje droog en tegen het uur van de plechtigheid was het zelfs geheel opgehouden met regenen en het weer heeft zich toen werkelijk een poosje van z’n goede kant laten zien. De middag van de tweede Kerstdag was gekozen voor de plechtige eerste steenlegging. Alles was tot in de perfectie geregeld. Bij de ingang van het bouwwerk stonden de R.K. Verkenners, die een boekje verkochten “De zegening en legging eerste steen”, waardoor de belangstellenden op de hoogte werden gebracht van het verloop van de plechtigheid. De wijding en zegening van het bouwwerk geschiedde door pastoor J.J. Brouwer met assistentie van pastoor Lamphe, oud-kapelaan van de St. Jans parochie en kapelaan Veenhuis. Mede waren daarbij kapelaan v.d. Steen en Pater Weell A.A.
De gedenksteen werd door pastoor Brouwer ingemetseld met een zilveren troffel, voor dit doel speciaal vervaardigd door de Blaricumse edelsmid Bob Anink. De steen droeg tot opschrift:
Me posuit Deo 26 XII 1955
J.J. Brouwer
Parochus ad Si Johannes Baptistae
Een oorkonde, welke eveneens werd ingemetseld, vermeldde de datum en dat de kerk gebouwd werd onder de regering van H.M. Koningin Juliana en de Aartsbisschop van Utrecht Mgr. Alfrink en was ondertekend door de vier kerkmeesters van de St. Jans basiliek. Tijdens de plechtigheid werd gezonden o.l.v. Willy Peters de litanie van Alle Heiligen en Psalm 83.Na de toespraak van pastoor Brouwer gaf pastoor Platvoet op drie plaatsen van het bouwwerk de aanwezigen gelegenheid tegen een klein offertje een steentje te metselen. Vervolgens begaf pastoor Platvoet zich met de genodigden naar de nabij gelegen Mariaschool, waar in een lokaliteit in tegenwoordigheid van de beide kerkbesturen, de timmerlieden en metselaars van het bouwwerk en de collectanten voor de nieuwe kerk, aan pastoor Brouwer de zilveren troffel als aandenken aan deze eerste steenlegging werd aangeboden.